Een "filosofische roman" zo omschrijft de auteur zijn boek, maar het is dan wel eentje waarin hij zelf de hoofdrol speelt en waarin bovendien ontzettend veel gereisd wordt in tijd en ruimte. De met goud gevulde pot waarover de schrijver het heeft staat symbool het moois dat de grote godsdiensten beloven aan hun volgelingen. Je mag die goudpot ook letterlijk nemen want de man heeft zijn middelste naam mee en is bovendien multimiljonair. Geen grote zorgen dus als het boek flopt, maar misschien wel een aanwijzing dat hij deze zoektocht wat te ingewikkeld maakte.
Om zijn zoektocht in goede banen te leiden zit het boek vol met religieuze, historische en soms ook nog andere wetenswaardigheden: dit is een doorwrochte zoektocht, geen weekendtrip. Soms verwart hij wel eens een weetje met een veronderstelling, maar dat is misschien wel eigen aan filosofisch denken. Zijn misprijzen voor religies en bijhorend godendom moffelt Jacob Gelt Dekker niet weg in een hoekje; hij herhaalt het meer dan voldoende vaak. Goud of rijkdom moet je niet zoeken bij godsdiensten want armoede ziet hij als een "state of mind". Met andere woorden hard genoeg geloven dat je rijk wordt (door te werken) volstaat.
Het is een behoorlijke trip van weetje naar gedachte, van godsdienst naar heiligdom, van de god naar de volgende, ... Misschien is zulk een boek schrijven net wat je moet doen om ook rijk te worden?