De Trottergidsen hebben een reputatie hoog te houden, zij staan algemeen bekend voor hun hoog gehalte aan wetenswaardigheden en het betreden van niet gangbare paden. Dat is voor deze eerste uitgave van Trotter Brussel niet anders. De veelheid aan informatie is o.a. bekomen door de iets kleinere druk en het weglaten van alle overbodige illustraties. Informatie heeft hier duidelijk voorrang op uiterlijk vertoon. De enige toegeving is het middenkatern met een overzichtskaart van het grondgebied van Brussel en omgeving, de verschillende deelkaartjes met plattegronden van de stad en het overzichtschema van het Brusselse metronet.
Om enigszins het overzicht te behouden is de informatie ingedeeld in duidelijk afgescheiden hoofdstukken. Op deze wijze vind je bijvoorbeeld vlug een museum, een restaurant of een overnachtingsplaats terug. Zelfs voor het heikele punt, het communitaire luik, is een evenwichtige verdeling bereikt, geen gemakkelijke opgave voor een stad als Brussel.
De informatie blijft niet beperkt tot het stedelijk gebied binnen de vijfhoek, ook de ruimere omgeving komt aan bod met o.a. Louvain-la-Neuve, Genval, Zoniënwoud, Waterloo, Beersel, Gaasbeek en de Nationale Plantentuin van België in Meise.
In een eerste druk kunnen onmogelijk alle onderwerpen aan bod komen daarom hier een beknopt wenslijstje voor de volgende uitgaven: het Egmontparkje in het centrum, de Terkamerenabdij met het Nationaal Geografisch Instituut, de Basiliek van Koekelberg. Niettegenstaande deze kritische noot blijft deze Trotter – zeker in vergelijking met de doorsnee gids – een must voor wie Brussel wil bezoeken.