Het Limburgse Haspengouw, en meer bepaald de streek rond Sint-Truiden, is het decor van een onopgeloste verdwijning van meer dan honderd jaar geleden. Een eeuw later wordt het lichaam van een jonge vrouw teruggevonden in de ijskelder van het kasteel van Duras. Hebben beide zaken met elkaar te maken? Het verhaal van de verdwijning van jonkvrouw Adelise wordt verteld door Marie, de nu hoogbejaarde vrouw, die als jong meisje ging 'dienen' op het kasteel. Haar eerste werkdag is ze nooit vergeten. Van de ene dag op de andere kwam Marie in een andere leefwereld terecht. Van het armoedige werkmanshuisje van haar ouders naar de overweldigende luxe waarin de kasteelbewoners leefden.
Twee tijdslijnen en twee leefwerelden zijn de basis van dit verhaal. Aan de ene kant vertelt de schrijver het verhaal van vandaag verweven met de geschiedenis van de negentiende eeuw. Aan de andere kant beschrijft hij het leven van Marie, downstairs, op het kasteel van Duras, en Adelise, upstairs, op het kasteel van Vêves. Het luie leventje van de upperclass staat in schril contrast met de lange en zware werkdagen van hun personeel. Onderzoeksrechter Flamand heeft maar enkele aanknopingspunten om het mysterie op te lossen: enkele munten met het beeltenis van Leopold II en een halfvergane geldbuidel...
Dit eerste boek van Herman Grouwels is een mix van een streekroman, oraal erfgoed, een toeristische reisgids en een lichte thriller.