Kort nadat Amerikaanse troepen er in 1944 in slaagden om de Duitse nazi's en hun Vlaamse collaborateurs te verjagen uit Hasselt en ruime omgeving wordt een van onze bevrijders vermoord in de Sint-Quintinuskerk, de voornaamste kerk van de stad. Zouden de Vlaamse collaborateurs -die van het "eigen volk"- achter die vreselijke moord zitten? De plaats delict was op een vreemde manier in scène gezet, terwijl het slachtoffer onder meer gescalpeerd was.
Het onderzoek werd toevertrouwd aan een legereenheid 11 CID, wiens opdracht het was om misdaden te onderzoeken die betrekking hadden op het leger en haar manschappen. Voor wat betreft misdaden in de ruime Limburgse regio was deze elite-eenheid gehuisvest in het niet onaangename decor van een kasteel in Borgloon.
Omdat kennis van de regio en haar inwoners ontbrak en ook omwille van de gelimiteerde talenkennis van de manschappen werd de charmante adellijke eigenares van dat kasteel toegevoegd aan de onderzoekseenheid onder leiding van captain Jack Dumas. Het laat zich raden dat de beide hoofdpersonages niet ongevoelig waren voor elkaars charmes. Op te merken valt dat de adellijke dame tijdens de bezetting niet veel heeft moeten inboeten op haar rijkelijke leven; behalve dan op het vlak van persoonlijke vrijheid.
Tijdens de speurtocht naar de dader(s) van deze ogenschijnlijk rituele moord vloeit er nog wel meer moed, waardoor de speurtocht van de Amerikanen en hun adellijk gezelschap behoorlijk aan de slag moet in de overwegend Limburgse contreien. Spanning verzekerd; zeker op vlak van het moordonderzoek. Tegelijkertijd kennismaking met het leven in de dagen van de bevrijding.