Welke natuur vinden we in de omgeving van boerderijen en landerijen? Wat verstaan we onder boerennatuur? De auteur maakt in zijn inleiding meteen duidelijk dat er geen vastomlijnde definitie is voor dit woord. Het zijn dieren en planten die we associëren met het landbouwbedrijf en die invloed hebben op het belang van bodemleven, de waterkwaliteit, de landbouw, het herstel van de biodiversiteit, het heggenlandschap en de vogeltrek.
Er is aandacht voor het terug invoeren van oude gebruiken en technieken. Zoals de voedselbossen die een natuurlijke pluktuin zijn waarin veeteelt en fruitteelt samengaan. Het is een landbouwsysteem, zonder pesticiden, dat zichzelf reguleert. De vlasteelt herleeft door de vraag naar duurzame producten. De teelt is niet vervuilend en het linnen gaat langer mee dan synthetische kleding.
Voor deze canon ging de schrijver op zoek naar 50 soorten die kenmerkend zijn voor het boerenland, het cultuurlandschap, de biodiversiteit en de biologische boeren. Er is een diversiteit aan planten en dieren in de vrije natuur, onder geteelde gewassen en boerderijdieren. Elke soort, plant of dier, beschouwt de auteur als een venster op natuur. Hij vertelt over de herkomst van de soort, en het vroegere en huidige gebruik ervan. Het boek staat vol feiten, interessante weetjes en de wisselwerking tussen boer en natuur.
De volgende bloemlezing geeft een idee wat de lezer zoal kan verwachten. De boerenzwaluw, de voorbode van de lente, is van belang in stal of schuur. Denk maar aan het gezegde ‘een zwaluw in de schuur houdt het vee gezond’. De distelvlinder, zo blijkt, is verassend genoeg een trekvlinder. Ze vliegt heen en terug naar de Sahel in Noord-Afrika. Zo’n vierduizend kilometer enkele reis. Haar waardplant is de distel die op haar beurt ‘onkruid’ is voor de boeren. Klaver is een belangrijk voedergewas voor de koeien en dus voor de productie van melk. Een schatkamer aan biodiversiteit biedt de meidoorn, als landschapselementen, in de hagen,. De tulp is het icoon van Nederland, maar voor de teelt worden (te)veel bestrijdingsmiddelen gebruikt. Waardoor de instandhouding van de ene soort ten koste gaat van de andere.