Deze nieuwe insectengids kan je opsplitsen in vijf delen en is zowel toegankelijk voor de entomoloog als voor de liefhebber. De eerste vijtien bladzijden verklaren en illustreren aan de leek het vakjargon van de verschillende lichaamsdelen. Het tweede deel bevat een achthonderd à duizend soorten, verdeeld in 26 insectenordes, die met het blote oog kunnen waargenomen worden. De gebruikte zinnen zijn kort en bondig maar zeer verklarend en duidelijk. Boeiend weergegeven zijn de metamorfoses van sommige insecten. De aangegeven bladsprongen hiervoor (bv. pijslstaarten op blz. 140 verwijst naar blz.110) zijn altijd correct evenals de verwijzigingen van de verklarende woordenlijst..
Voor de entomoloog zijn de vaktermen begrijpelijk maar de liefhebber kan met behulp van het eerste deel en de verklarende woordenlijst in het derde deel altijd zijn weg vinden. Deel vier en vijf bevatten de indexen van de Nederlandse- en Latijnse namen.
De illustraties van de insecten, waarvan de meeste in natuurgetrouwe kleur, zijn zeer gedetailleerd. Ze laten de insecten in hun normale rusthouding zien, zoals ze in de natuur voorkomen. De vergrotingsfactor van de tekeningen is belangrijk om de details van de insecten te tonen. Chapeau voor de gespecialiseerde tekenaars van deze magnifieke illustraties!
Michael Chinery's werk werd vertaald en bewerkt door specialisten van het Rijksmuseum van Natuurlijke Historie te Leiden. Het pocket-formaat van dit boek is een voordeel voor de natuurliefhebber, de toerist en zelfs de student bij hun wandelingen en reizen.