In vijf wandelingen neem deze Nederlandse schrijfster de toerist mee op pad in de stad Antwerpen. Niet naar de Meir of het oude stadscentrum, maar naar de wijken eromheen. Het is een verkenning van het havenkwartier, de Linkeroever, Het Zuid, doorheen parken en langsheen art-nouveaugebouwen. Zelf kent ze ’t Stad al twintig jaar. In die periode heeft ze kleine veranderingen waar genomen. Enkele daarvan zijn de enorme toename van het aantal fietsers en de herbestemming van leegstaande gebouwen.
Deze wandelgids bevat heel wat informatie over cultuur, geschiedenis, detailwinkels, beelden in het straatbeeld en horeca. De duidelijke stadplannetjes helpen elkeen om de wandelroutes goed te kunnen volgen. De bezienswaardigheden onderweg zijn er ook op aangebracht. Het leuke aan deze gids is dat je als toerist meegenomen wordt naar de minder gekende plekjes. De Linkeroever is er zo eentje waarbij je door de Sint-Annatunnel, een voet- en fietstunnel, de ander kant van de Schelde bereikt en kan wandelen naar het Sint-Annabos. Een andere route brengt je naar ’t Eilandje met haar vele havendokken en het nieuwe Havenhuis. De wandeling doorheen het Zuid bevat heel wat alternatieven voor de grote winkelketens. Onderweg naar het beeldenpark van Middelheim is er aandacht voor gedecoreerde gevels, architectonische details op gebouwen, boekenwinkeltjes en Den Botaniek, een botanische tuin.
Het lijkt me dat dit boek vooral gericht is op de Nederlandse toeristen. De schrijfster legt er enkele keren de nadruk op dat het gedrag van een Nederlander verschillend is dan dat van een Belg. Een Nederlander is hooghartig, té aanwezig en té luidruchtig. Die manier van doen ervaart ze als ongepast ten opzichte van de Belg die, en ik citeer ‘die stiller en bedachtzamer is’.
Deze wandelgids is een gedegen kennismaking met de stad Antwerpen.