Wel vaker wandelde Mariska Van Der Plas op (delen van) de camino richting Santiago de Compostela. Een kaartje vooraan in dit reisverhaal toont het traject dat ze wil afleggen over de Via de la Plata. Startend in Sevilla heeft ze ongeveer duizend kilometer voor de boeg. Voorbij Compostela wil ze immers nog verder naar Finisterre, helemaal in het noordwesten van het Iberische schiereiland.
Als vrouw alleen over de camino stappen ligt niet voor de hand, maar de auteur heeft al vaker solo-wandelingen gedaan; dat moet dus ook ditmaal lukken. Onderweg slaat ze niet meteen aan het mediteren, maar ze overloopt haar leven en haar niet weinig talrijke liefdes. Wie weet wat er onderweg kan gebeuren; al is dat niet het uitgangspunt. Misschien was het wel even genoeg? En bovendien er is zoveel te zien en te beleven onderweg; van schitterende landschappen tot pijnlijke voeten.
De auteur meldt wel dat de Via de la Plata -waarop ze wandelt- teruggaat tot de tijd van de Romeinen; maar de geïnteresseerde lezer wil toch graag iets meer weten over die Zilverroute (die ook met de mountainbike wordt afgelegd)? Zeer terecht meldt ze dat de Plaza Mayor van Salamanca "verpletterend mooi" is. Ik kan me inderdaad geen heerlijker plein indenken. Al helemaal wanneer de zon haar schaduwen laat rondgaan. Niet bijzonder maar vreemd is dat de auteur meldt dat ze Ponte Maceira bij een Romeinse brug uit de 13de eeuw staat.
Wandelend met Mariska Van Der Klis geniet je van de landschappen, van de ontmoetingen onderweg, van het lekkers dat de Spaanse keuken te bieden heeft en natuurlijk ook wel van de herinneringen aan het afzien wanneer je eenmaal je doel bereikt.
Ondertitel: "Mijn wandeling naar het einde van de wereld".