Ernest Claes, dat is véél meer dan de schrijver die de Witte liet rondhuppelen aan de boorden van de Demer in het paradijselijke Zichem. Hij is ook veel meer dan de guitig ogende man met baard met het voorkomen van een gemoedelijke grootvader. Via dit boek herontdekken de huidige generaties hem als een bijzonder bereisd man, die zijn wedervaren fraai weet te verwoorden.
Zijn bestemmingen waren legio, vooral in de periode tussen de beide wereldoorlogen: met de boot naar Brazilië en Argentinië, met de trein door Duitsland, op bezoek in Hongarije, onderweg in de autocar, op tocht in Auvergne, Italië of Spanje, op vakantie in Spa, ... In zijn verhalen heeft hij vaak in de eerste plaats aandacht voor de mensen die hij ontmoet en de belevenissen onderweg. Bezienswaardigheden kwamen pas op de tweede plaats. Wellicht had hij geen al te hoge pet op van de klassieke reisjournalistiek, want hij schrijft ergens: "...dat vakantiebeschrijvingen van journalisten altijd hetzelfde zijn".
Ook van zijn echtgenote, Stephanie Vetter, zijn in deze veelomvattende uitgave een aantal reisverhalen opgenomen. De hedendaagse lezer ontdekt via deze uitgave niet alleen een totaal "andere" Ernest Claes, bovenal maakt hij kennis met omstandigheden en mensen van een halve tot driekwart eeuw geleden. Het tempo van de auteur ligt lager dan wat we doorsnee gewend zijn in het begin van de 21ste eeuw. Maar eigenlijk mag dat wel: is reizen niet aangenamer als het levenstempo wat lager ligt?
Ernest Claes biedt ons hier een prettig reisritme. Bovendien is dit mooi uitgegeven boek voorzien van tekeningen van Kris Wollants die uitstekend passen bij zowel de figuur Ernest Claes als bij zijn reis- en schrijftempo.
Afmetingen: 23,5 x 27,5 cm.