Twee puissant rijke dames uit Den Haag, moeder en dochter, beginnen halfweg de 19de eeuw aan een reeks reizen die hen naar allerhande bestemmingen voerden in Europa, het Midden-Oosten en Afrika. Het was vooral dochter Alexandrine die haar moeder overal mee op sleeptouw nam. Geld speelde absoluut geen rol bij het organiseren van hun reizen, soms heuse ontdekkingstochten. Of er nu een schip of een karavaan moest uitgerust worden, of ze nu 2 weken of een jaar wegbleven, geld om in behoorlijk luxueuze omstandigheden te reizen was altijd beschikbaar.
De dames waren thuis in de toenmalige hoogste kringen. Vooral in Europa werden ze ontvangen door zowat iedereen die naam en faam had. Pracht en praal leek wel hun habitat, zeker in Europa. Ook buiten Europa waren er nog wel vorsten en consoorten die hen wilden ontvangen, maar de dames gingen evenmin moeilijke omstandigheden in Afrika en het Midden Oosten uit de weg.
Het is de verdienste van de auteur die hij talloze stukjes informatie over de tochten van de dames bij elkaar gepuzzeld heeft. Moeder schreef wel eens wat in een dagboek en samen stuurden ze af en toe een brief naar het thuisfront, maar op heuse reisverslagen waren ze niet tuk. Een echte biografie is dit dan ook niet geworden, daarvoor zijn er te veel ontbrekende stukjes in beider levensverhaal. Wel is dat een boeiend verhaal over de tochten van twee zeer ondernemende dames in gebieden waar een heer van stand niet waagde, laat staan een vrouw.
Ondertitel: "Het avontuurlijke leven van Alexandrine Tinne (1835-1869)".