Caroline Hanken zet in dit boek de resultaten neer van haar zoektocht naar de relatie tussen de vrouw des huizes en de dienstmeid door de eeuwen heen. Is de rolverdeling in het huishouden, tussen de vrouw-bazin en de dienstmeid, er één van samenwerking? Is er sprake van een toenemende hiërarchie? Is er een strak takenpakket? Hoe verliep het inhuren van een meid? En welke evolutie heeft er plaatsgehad de voorbije vierhonderd jaar? Welk is de visie van de schrijfster op dit onderwerp?
Het onderzoek is gebaseerd op schriftelijke bronnen. Enerzijds van de dienstmeiden zelf en anderzijds vanuit de protestantse hiërarchie en de wereldlijke overheid. Aagje Deken schrijft over haar ervaringen als meid. Samen met Betje Wolf vormde ze een 18e-eeuws schrijversduo. De auteurs van ‘De Hollandse Huishoudster’ en ‘Huisboek voor vaderlandse huisgezinnen’ geven advies aan de huisvrouwen hoe ze met hun meiden horen om te gaan. Het zijn stichtende adviesboekjes met richtlijnen aan de vrouw des huizes. Van jongs af aan worden de meisjes ingeprent dat ze dienstboden moeten wantrouwen, lees: continue controleren bij het uitoefenen van hun taken.
De functie van inwonende dienstmeid is langzamerhand minder aantrekkelijk geworden. Steeds minder vrouwen voelden zich geroepen tot een betrekking van altijddurende dienstbaarheid. Er was geen geschreven arbeidsovereenkomst waarop de dienstmeiden konden terugvallen. Dus ook geen vastgelegde werkuren waardoor er beschikbaarheid geëist werd van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat. Kleding, eten en (soms) vrije tijd, kortom het volledige doen en laten werd bepaald door de werkgever. We kunnen ons vandaag zo’n werksituatie amper voorstellen.
‘Vrouw en meid’ vertelt op een boeiende wijze de geschiedenis van het huiselijk leven in Nederland.
Ondertitel: "Een geschiedenis van het leven binnenshuis 1550-1950".