Bij dit boek is het inderdaad een goed idee om de inhoudslijst vooraan te zetten. Als vanzelf overloop je, per seizoen, de voorkomende dieren. In je achterhoofd warrelen als vanzelf de gedachten: ah, die ken ik, … ah, en die ken ik ook, … ah ja, interessant, daar wil ik meer over weten … Voor de honderd portretten van dieren trok de schrijver, Caspar Janssen, doorheen Nederland om de beestjes in hun eigen habitat op te zoeken. Hij vertelt over de relatie tot hun omgeving, het landschap waarin ze verblijven, de aard van het dier en de voortplanting. Doorheen het boek ontdek je meer over hun overlevingsstrategieën, hun gedrag en de leefgebieden.
De auteur gaat niet alleen op pad. Hij is meestal vergezeld door een medewerker, een vrijwilliger of een boswachter van natuurverenigingen zoals Vlinderstichting, Dunea, bureau van Natuurbalans, Sovon Vogelonderzoek en EIS kenniscentrum. Ze observeren de nachtegalen in de duinen van Meijendel, de ringmussen in de Friese Wouden, het Karmozijn weeskind in het Noord-Hollands duinreservaat, de koninginnenpages op de Sint-Pietersberg in Limburg, de bevers in de uiterwaarden van de Maas, de zeearenden alias ‘de vliegende deuren’ in Friesland en het Vliegend hert op de Veluwe.
Het boek staat vol met tips en leuke weetjes. Leerrijk is de herkomst van de benaming van het Karmozijnrood weeskind en de Grote bladsnijder alias behangersbij. Verbazingwekkend is de uitgekiende manier van verplaatsing of ‘ballooning’ van de Wespspin. Met de tips over de broed- en overwinteringsgebieden, de voorjaarstrek van de padden en de najaarstrek van de Kamsalamander kan je zelf aan de slag in de natuurgebieden van jouw streek. De mooie tekeningen van Margot Holtman, samen met de boeiende verhalen van Caspar Janssen, helpen je zeker en vast!
Ondertitel: "De beekprik, de wielewaal en 98 andere landgenoten".