In de periode rond 1835 reisde George Catlin een behoorlijk deel van de huidige Verenigde Staten af, meestal per kano, soms met de stoomboot en ook wel eens te paard. Hij moet een soort van beroepsavontuur geweest zijn, die op een dag ook zijn aanleg en interesse voor de schilderkunst ontdekte. Al rondtrekkend leerde hij talloze Indianenstammen kennen en bestudeerde hen met grote interesse, al was hij daarvoor niet opgeleid.
In voorliggend boek zijn een aantal van zijn brieven, cverslagen eigenlijk, over de Indianen gebundeld. Hij heeft het daarin over de leefwijze, de kleding en het uiterlijk, de tradities, de wijze van wigwam bouwen,enz... van de diverse stammen die hij ontmoet. George Catlin heeft het hier onder meer over de Sioux, de Crows, de Pawnees, de Minatarees, de Mandans, de Commanches, de Blackfeet en zovele andere.
Hoewel hij zelf niet helemaal vrij is van vooroordelen zet de auteur zich in zijn brieven toch fel af tegen de toen heersende opninies over de Indianen. Ze werden onder meer gezien als lelijk, dom en wild. Met zijn schilderijen, waarvan er een aantal opgenomen zijn in dit boek toont hij de goegemeente alvast aan dat er onder de Indianen ook veel mooie, sierlijke en beschaafde mensen zijn. George Catlin ontpopt zich werkelijk tot iemand die de maatschappij een positief en zelfs lovend beeld van de oorspronkelijke Amerikaanse bevolking wil ophangen.
Leerrijk boek, maar het moet gelezen worden met inachtname van de tijdsgeest en de achtergrond van de auteur.