Na 5 boeken over sagen in de Vlaamse provincies uit de periode 1875-1950 keert de auteur met dit werk terug naar de hedendaagse ‘werkelijkheid’, zeg maar naar de straffe verhalen die vandaag verteld worden.
De auteur sprokkelde zijn 370 verhalen en 80 geruchten in de leeftijdsgroep van 14- tot 20-jarigen. Bijzonder hedendaags dus, maar deze leeftijdsselectie houdt tegelijkertijd toch ook wel enige thematische verschraling van de selectie in. Populaire thema’s zijn hier onder meer de baby die in de oven gestopt werd door de babysit en de student die overlijdt tijdens de studentendoop. Ook boven leeftijdsgroep 14-20 circuleren er allerhande sagen en geruchten misschien zit daarin toch nog stof voor een volgende boek.
Het interessantste hoofdstukje lijkt me de inleiding. Hierin wordt de Babylonische spraakverwarring uit de doeken gedaan die er heerst tussen ‘urban legends’, asfaltverhalen, stadslegendes, broodje-aapverhalen, enz …
Afmetingen: 16 x 24 cm